Blog 41 Binnenstebuiten

Blog 41 Binnenstebuiten

Wat zie je als je naar mij kijkt? Wat is je eerste indruk? Wat vind je? Wat hoor je, voel je en denk je?  Het heeft me zo’n beetje mijn hele leven in de greep gehouden. Bezig zijn met dat wat andere mensen van mij vinden. Wat andere mensen over mij denken.

Ik was 13 jaar en bang voor van alles, maar het meest angstig was ik voor mezelf. Mijn puberlijf groeide en bloeide, hormonen schoten dwars door het dak en namen mij volledig over. Het lieve, mooie, gezellige, onbevangen, vrolijke kind wat zingend en spelend door het leven huppelde (een rol die ik met verve vervulde) maakte plaats voor een stomme, lelijke, onzekere, ongezellige, ellendige puber, die eigenlijk het liefst van deze aardkloot wilde verdwijnen. Ik voldeed niet meer aan mijn eigen ideaalbeeld, aan mijn rol. Ik faalde, ik was niet goed genoeg.  Het contrast was nogal groot, de transformatie zichtbaar en juist dat brak me op. Die zichtbaarheid. Mijn angst werd zichtbaar. Ik kon het niet verhullen. Het openbaarde zich vooral als ik mijn stem moest laten horen. Praten. Dat waar ik altijd zo in uitblonk en zo goed kon, was nu waar ik het aller bangst voor was. Het overkwam me voor het eerst tijdens een optreden voor de hele school. Ik was altijd thuis op het podium. Tot dat moment. Ik stond daar en voelde mijn hart op hol slaan. Mijn bloed kolken. Het voelde alsof mijn borst zou exploderen en dat deed het ook. Knalrood van vlekken door pure stress, met daaromheen witte lijnen. Een landkaart van angst en die kroop als een wurgslang omhoog via mijn hals, om daar mijn keel dicht te drukken en uiteindelijk via mijn kaak mijn gezicht te bereiken. Eenmaal daar aangekomen was de angst op het absolute hoogtepunt, kon iedereen het zien en wilde ik ter plekke sterven. Het feit dat ik het niet kon verhullen, maakte het voor mij zo ondragelijk. Totale paniek. Vanaf dat moment kwam de angst steeds onaangekondigd langs, op doodnormale schooldagen, in de klas, als mij een vraag gesteld werd, of als ik iets moest voorlezen. Het nam me over. Ik deed wel pogingen om het te verhullen, met kleding en sjaals, droeg op den duur zelfs coltruien in de zomer, smeerde lagen make-up op mijn gezicht om de roodheid te verbergen.

Ik isoleerde me in rap tempo. Op mezelf aangewezen. Alleen. Ik was steeds vaker niet op school en ziek thuis. Ik was bang voor mensen, bang om de straat op te gaan, bang om in winkels te zijn, bang om te praten, bang voor alles en voor alles bang en ik wilde er niet meer mee zijn. Ik wilde er niet meer zijn. Het leven was een gevecht. Het duurde jaren voordat er passende hulp kwam. Ik heb mezelf daar een stempel gegeven. Depressie, logisch, want het was een terugkerend systeem. 1+1=2. Het heeft me jarenlang achtervolgd en nu wordt steeds meer duidelijk wat er speelde. Het systeem waar ik in opgroeide, mijn sensitiviteit, de rol die ik in ons gezin heb vervuld. Alles valt steeds meer op zijn plek.  

Nu 33 jaar later ben ik naarstig op zoek naar mezelf. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wie ben ik, nu ik weer alleen ben met mezelf? Ik schrijf dit en ik hoor een stemmetje (dat mij zo af en toe onaangekondigd en ongewenst komt bezoeken) tetteren: ‘Jezus Ol, hier zit toch werkelijk geen hond op te wachten? Wat een gezeik. Met je slachtoffer shit. Ga leven mens, in plaats van graven. Zoek een huis in plaats van jezelf. Dat heeft prioriteit. Doe even normaal joh. Hier doe je toch niemand een plezier mee? Wat zullen ze denken?’ Het is dat stemmetje, dat brult, lult, vooral hard, maar zo destructief. Ze komt wanneer ik er niet op zit te wachten en vaak wanneer alles al helemaal kut voelt, komt zij de boel nog kutter maken. Ze zet me genadeloos te kakken als ik iets niet helemaal handig aanpak, of terugval, oordeelt snoeihard en slaat genadeloos alle zachtheid uit me. Soms duwt ze me kopje onder, raak ik de bodem, maar meestal kom ik hoestend en proestend weer boven en bereik ik veilig de kant. Het goeie nieuws is dat ik me er bewust van ben dat ze onaangekondigd komt en gaat en dat de tijd van gaan steeds sneller komt. Ik slaag erin haar vakkundig en vlot de deur uit te werken en soms ervaar ik dat ik haar accepteer, haar er gewoon laat zijn en dan mag ze gezellig meeteten.    

Waar was ik? Waar kom ik vandaan? Mijn familie, mijn systeem. Zoveel generaties. Ik voel zowel de kracht, als de pijn en het diepe verdriet van degene die mij zijn voorgegaan. Hun tranen zijn mijn tranen. Hun is angst is mijn angst. Ik kom er ook achter dat ik veel draag wat niet van mij is. Het helpt mij te begrijpen te snappen waar ik vandaan kom. Het helpt me het meisje, het kind, de dochter, de zus, de vriendin, de moeder, de ex, mijzelf te zien. Ik wil niet gebroken achter blijven en mijn dochters de scherven laten ruimen. Ik voel dat het tijd is om op te ruimen, voor de volgende generatie. Ik voel me in dit proces vaak alleen. Rouw, een helingsproces, trauma, het is nou niet bepaald iets waar mensen in je omgeving van aanslaan. En anderhalf jaar na een scheiding wordt er ook gewoon niet meer echt naar gevraagd. Mensen hebben er geen zin in. Ik heb echt mensen weg zien duiken in het schap van de supermarkt, of in een steegje om maar niet met je te hoeven praten. Het blijft pijnlijk stil op vele fronten. Je wordt niet meer uitgenodigd, je raakt in de vergetelheid, bewust of onbewust. Wat ik zo nodig nog erger vind zijn mensen die vragen hoe het met je gaat, maar het antwoord niet willen horen.

Ik: ‘Ik ben…’

Zij: ‘Oh wat fijn…nou heel goed hoor. Het is lekker weer. Je kop niet laten hangen hoor! Kom op!’

Dit is overigens geen aanklacht. Ik neem niemand iets kwalijk. Maar het is een constatering. Mensen willen geen verdriet zien, geen pijn. Ze willen dat wegpoetsen. Ik ook. Met alle macht. Maar er is geen ontkomen aan. Ik kijk het monster recht in de bek. Mensen willen horen dat het super met je gaat. Ze willen niet horen dat jij het zwaar hebt en je jezelf regelmatig in slaap huilt omdat je nog steeds geen vaste plek hebt. Dat dat boven je hoofd hangt. Dat je het zwaar hebt met drie kinderen die je het allerliefste voor alles wil beschermen, wat niet lukt en niet gelukt is en hoe pijnlijk dat is en hoe verantwoordelijk jij je daarvoor voelt. Je mag een mindere dag hebben, maar niet te lang die zware shit. Lekker lachen. Lol maken. Neem een wijntje. Ze willen dat ongemak niet voelen. Dat is niet fijn. Dat komt te dichtbij. En dan gaan mensen dingen roepen als:

 ‘Sterk blijven hoor!’

‘Jij komt er wel!’

‘Je bent een knappe vrouw!’

‘Pluk de dag, de week, het jaar…’

‘Niet hierin blijven hangen hoor, je moet door!’

Nul helpend. Ik geef hieronder een aantal zinnen die mogelijk de ander zouden kunnen helpen, zonder het probleem op te willen of kunnen lossen:

‘Wat rot dat je je zo voelt. Ik kan me voorstellen dat dat zwaar is.’

‘Wat naar om te horen. Kan ik iets voor je doen?’

‘Pittig, ik kan me voorstellen dat dat moeilijk is. Wat heb je nodig?’

‘Neem je tijd lieverd…ik ben ervoor je als je me nodig hebt.’

Alleen. Ik ben het niet. Nou ja, ik ben het wel. Ik voel me vaak alleen. En daar wilde ik heel hard voor wegerennen. Agenda vol. Hollen. Alleen. Dat woord alleen al kreeg ik alweer vlekken van in mijn nek. Alleenstaand. Nog erger. Buiten de groep geplaatst. Anders. Buiten de norm. Dat wilde ik als puber al niet. Ik wilde ‘gewoon’ zijn zoals alle anderen. Zonder angst. Terwijl ik dit schrijf besef ik ineens de ironie van dit verhaal. Ik wilde als puber verdwijnen, ik wilde ongezien oplossen. Terwijl nu door alle coaching, groepssessies, familie opstellingen en hypnoses zo duidelijk wordt waar mijn gemis zit en waar mijn diepe wens ligt. Gezien worden, me gehoord voelen. Dat ik er mag zijn. Met alles wat ik in me heb. In al mijn schoonheid en lelijkheid. Iemand die emotioneel beschikbaar is voor mij, gelijkwaardig, maar waar ik soms tegenaan mag leunen. 

Ik besef nu dat ik het mezelf heb te geven en wat blijkt. Ik heb heel veel te geven. Liefst lekker zorgen voor anderen. Denken aan de ander. Mezelf daarin wegcijferen. Ik ben altijd naar buiten gericht. Maar ik heb het mezelf te geven. Mezelf prioriteit te maken. Grenzen aangeven. Niet steeds dat doen wat wenselijk is voor de ander. Mezelf aardig en lief vinden. Nummer 1. Eerst zelf zuurstof happen, dan de rest. Ik probeer echt met zachtheid mijn eigen stuk aan te kijken. Ook hier weer geen wonder dat ik doe wat ik doe. Dat is wat mijn systeem doet. Ik heb het altijd pure zelfkastijding gevonden, mijn keus het theater in te gaan. Maar nu begrijp ik het zo goed. Je gezien en gehoord voelen. Applaus. Je verhaal vertellen. Ondanks diepe angst juist die route willen nemen, omdat daar je diepe wens ligt.

En nu ben ik alleen. Een soloprogramma. Voor iemand die geen solist is, maar graag samen is, liefst in een groep. Alleen. Ik probeer er mee te zijn. Dan zit ik op de bank alleen te zijn. Me alleen te voelen. Dan moet ik huilen. Komt de rouw, rauw op mijn dak. Soms ben ik daar heel oké mee. En soms helemaal niet en daar probeer ik dan ook weer oké mee te zijn. Ik ben een ander mens door de wegen die ik heb bewandeld en ik blijf lopen, blijf in beweging, ook al loop ik soms alleen. Ik wandel. Ik zit graag in mijn eentje op het strand. Muziekje op. Staar over zee.  Ik schrijf, ik deel, mijn verhaal. Naakt, terwijl ik best preuts ben. Ik leg ik dingen bloot, waar ik vroeger graag een bikini, maar de laatste jaren liever een corrigerend badpak overheen had aangetrokken, misschien zelfs wel een wetsuit, want verhullen maar, niet sexy, niet mooi genoeg. Ik wil dat niet meer. Dat helpt me niet om meer van mezelf te houden. En dat wil niet zeggen dat ik nu naar het naaktstrand ren…en alles uittrek. Mijn badpak blijft aan. Maar wat een ander van mij vindt, of vindt van mijn schrijven,  dat is van de ander, niet van mij. Dat zegt niets over mij. Precies dat gun ik dat dertien jarige bange meisje zo. Niet bezig zijn met wat de rest vindt, maar met jezelf. Dit ben ik. Met rugzak, met bagage, die je ook weer uit kunt pakken. Ik keer de tas binnenstebuiten. Er komt een zooi uit. Jeetje wat kan een mens aan ballast met zich meedragen. De spullen met gaten gooi ik weg. De vieze zooi gaat in de was en de rest ruim ik netjes op. 

1 gedachte over “Blog 41 Binnenstebuiten”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *