Blog 14 Les Misérables

Screenshot_20230619_122238_Samsung Internet

Heel lang geleden was er een jong meisje dat zich door het leven zong. Ze zong over haar droom, lang geleden nou, een hemel blauw vol hoop en leven. Je hoorde haar zingen op de straat, je hoorde haar zingen op het plein. Het kloppen van haar hart klonk als een trom die nooit verstompt, vol van verwachting. Aan het eind van de dag, tijdens de afwas, mochten haar ouders en broer ook meezingen. Mochten? Misschien onder enige dwang. ‘Omlaag, omlaag de blik gericht omlaag’ schalde het uit de ghettoblaster van mijn broer.  Misérables was hun lot. Ik duwde het ze door de strot. Er mocht niets anders op dan deze dubbel cd, die ik overigens huurde bij de bibliotheek en vervolgens kopieerde op een cassettebandje, die vervolgens kapot werd gedraaid. Het was mijn eerste kennismaking met musical in Nederland en ik wist al heel vroeg, dit wil ik ook.

Afgelopen zaterdag zat ik in de zaal. Voor de tweede keer. En wederom (net als de eerste keer een aantal weken geleden) werd ik weggeblazen door deze fantastische versie van Les Misérables geproduceerd door de Graaff en Cornelissen. Deze cast is zo waanzinnig goed en zijn de 5 sterren meer dan waard. Milan van Waardenburg die de pijn van Jean Valjean avond aan avond speelt op de toppen van zijn kunnen. Alles raak, geen moment verslappen. Zijn spel, zijn stembeheersing, zijn lef. Ik vind hem buitenaards, fenomenaal goed. De regie zo mooi. Het orkest zo waanzinnig. Het totaalplaatje klopt en dat maakt dat het enorm binnenkomt.

Dus daar wil je gewoon een tweede keer naar toe. Zeker als de dochter van een vriendin; oud-Kleynkoorlid en zang leerling van mij, Janne Kolpa, opgaat als Eponine. Er zijn twee rollen die ik vroeger graag speelde. De eerste, die van Madame Thenardier. Die rol is op mijn lijf geschreven. Ik heb er de borsten voor (maar die had ik toen nog niet) en ik heb een grote voorliefde voor humor en lelijkheid. Ik hou niet van perfectie. Niet interessant. Voor mij geen prinsessenrollen in lieflijke jurkjes. Lelijkheid wint. Het kan me niet goor genoeg zijn. Vraag maar aan mijn oud- muziektheater klasgenoten! Ik moest ooit een hoertje spelen. Mijn medespeelster zagen er buitengewoon geil en sexy uit. Ik speelde de uitgewoonde, afgeragde, hysterische hoer, waarbij, ergens halverwege het stuk, een half bos van blaadjes, aarde en andere zooi uit mijn lingerie kwam zetten. De andere rol die ik graag mocht spelen was de rol van rebel. Schoppend tegen alles wat slechts is, tegen de stroom inzwemmend en op de barricade voor een betere, eerlijke wereld. Eponine. U begrijpt dat ik zaterdag, plaatsvervangend zenuwachtig, buitengewoon trots, vol verwachting en stiekem ook een heel klein beetje jaloers in de zaal zat. Je zal toch 24 jaar zijn, net afgestudeerd en 1e cover Eponine zijn en voor de derde keer op gaan.

Ik was er getuige van. Jong, rebels, met lef en bravoure speelde en zong ze de rol, naast die andere held van de avond, de jongen die Marius speelt, Michael Muyderman. Wat een chemie tussen die twee. Dat kun je niet spelen, maar is voelbaar. Prachtig, eerlijk en geloofwaardig. Ik huilde tranen met tuiten bij haar sterfscène, die ze ongelofelijk en vol lef, zo klein durfde te zingen, zo geloofwaardig, dat de zaal sidderde en ik met mijn handen voor mijn mond zat. Ik voelde zijn verdriet. Haar dood, deed de zaal zuchten en mij huilen. Zo ontroerend. Milan van Waardenburg die zo breekbaar ‘Hoor oh god, mijn gebed zingt’ dat de rillingen over je rug lopen en je ieder woord dat hij zingt, gelooft en dwars door je heen snijdt. De lol van Madame Thenardier en de schaterlach die zij weet te veroorzaken in het publiek, de opzwepende muziek die live uit de orkestbak klinkt, wat hou ik ervan! Het voedt me, het geeft inspiratie en energie en ik kan er weer weken op teren.

Hiervoor ga je naar het theater. Om te verdwijnen in een andere wereld. Om je helemaal mee te laten voeren in een verhaal. Om alles even te vergeten en helemaal in het moment daar te zijn. Het leven weer even vanuit een ander standpunt te bekijken. In het hier en nu. Al het andere is er even niet. Maar, dat is wel gebleken, dit geldt niet voor iedereen. Als je alleen bij de euforie wil blijven dan moet je nu stoppen met lezen, want hieronder volgt een kritisch recensie over het huidige theaterpubliek. U leest het goed. Ik heb niets aan te merken op het stuk. Maar het publiek. Kunnen wij het daar even over hebben? Het publiek. Daar mag een gedeelte van naar een heropvoedingskamp en als ze daar geslaagd uitkomen, kunnen we overwegen ze weer in de theaters toe te laten.  

Ik schets u nu een beeld van het publiek van zaterdagavond, in het Chassé theater in Breda, maar eigenlijk is dit niet de eerste keer dat ik dit mee maak en deze aanklacht geldt dus ook voor theaterpubliek door heel Nederland.

De proloog start. Een middelbare mevrouw schuin voor mij vond het nodig (het stuk was nog geen 5 minuten begonnen) Haar telefoon aan te zetten. Ik dacht nog, misschien zoekt ze de uitknop, maar niets was minder waar. Dit zag zij als een uitgelezen moment om eens lekker door haar appjes te scrollen. ‘Omlaag, omlaag’ klonk het op het toneel, zij zag er niets van en ik was afgeleid door het felle licht van haar schermpje. De man naast haar zou hulp bieden, althans dat dacht ik. Hij tikte haar aan, maar zei niet: ‘Doe je telefoon weg, dit is zo asociaal’, maar attendeerde haar op het feit dat ze haar scherm even donkerder moest zetten. Serieus? ‘Doe weg die mobiel, gek. Wat heb jij gemist aan: Dames en heren, deze musical speelt zich af in een tijd waarin mobiele telefoons nog niet aan de orde waren, dus zou u zo vriendelijk willen zijn deze niet te gebruiken?’ Oh ik weet het al. Je zat toen gewoon door te ouwehoeren met de mensen om je heen. Tja, niet opgelet dus. De mobiel van de mevrouw ging ergens halverwege het stuk de hele rij door, want kennelijk hadden ze geen groepsapp, maar ging dit appje wel de hele groep aan. Ongelofelijk.

In de rij naast ons, bestak iemand het om tijdens de wonderschone solo van Eponine ‘Heel alleen’ een zak snoep open te trekken. In de rij voor mij zaten ze inmiddels aan de Pringles.

Een aantal maanden geleden zijn er twee vrouwen via de zijdeur afgevoerd omdat ze het lef hadden knetter vals en hysterisch mee te zingen tijdens de voorstelling van The bodyguard. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, maar daar had de mevrouw schuin achter mij geen boodschap aan. Ze zette, tijdens ieder voor haar bekend lied, toch even het begin, neuriënd in, waarna ze vervolgens dan gelukkig wel haar mond hield.

Dan zijn er nog de mensen die hardop reageren op wat erop het toneel gebeurt. ‘Zo die is dood’ was de conclusie (tijdens de barricade scene) van de man die een aantal weken geleden in Den Haag naast me zat. Dit keer ging de zaal van schrik kletsen omdat Milan van Waardenburg in een scene plotseling een schot lost. Tja als je op je telefoon zit te koekeloeren zie je die niet aankomen.  Direct ontstaat er een groepsevaluatie: ‘Zo die zag ik niet aankomen. Ik zit tegen het plafond. Ik schrik me de tering.’ Of zoals we dit weekend nieuw hebben geleerd: ‘Je schrikt je iedere keer weer het kut lazarus!’    

Misschien ben ik een zeikerd en word ik oud, zuur en overgevoelig, dat kan. Maar lieve mensen dit kan toch niet? We zitten toch niet in de bioscoop? Waarom wordt er überhaupt chips en snoep verkocht in de theaters? Ik snap het stuk duurt lang. Ga met een gevulde maag weg. Je hebt een pauze en in die pauze sta je in de te lange rij, want al die wijven moeten plassen en heb je geen tijd meer voor je drankje. Die neem je vervolgens de zaal mee in. Maar chips. Serieus?

Ik heb laatst in het openlucht Theater Caprera in Bloemendaal gezeten. Daar ging ik naar een pianoconcert van Iris Hond. Daar had iemand zijn zoontje meegenomen. Prima natuurlijk. Hartstikke leuk en goed om je kinderen mee te nemen en cultuur te laten snuiven. Maar dit kind zat continue te kletsen en tot overmaat van ramp verkopen ze bij Caprera ook chips. Die zak ging open en waar ik probeerde te genieten van Einaudie, raakte ik vreselijk geïrriteerd door het gekraak naast me. Dat kan toch niet. Dan nog maar niet te spreken over de man die ongevraagd wijn over mijn vriendin goot, zonder daar zijn excuses voor te maken. Althans, ze kwamen wat laat, na afloop van de voorstelling. Beetje jammerlijk. Iets met fatsoen?

Ik vind dat theaters per direct moeten stoppen met het verkopen van alles wat kraakt. Zullen we dat afspreken? Doe normaal. Doe dat maar na afloop als je dan toch zo nodig wil verdienen. En dan nog een hele brutale vraag: Ik zou zo graag het publiek welkom heten? Dat lijkt me zo ontzettend leuk. Kan ik gelijk even een aantal kleine aandachtspuntjes benoemen:

‘Goedenavond allemaal in de zaal. Fijn dat u er bent. In het hier en nu. In dit moment. Hallo dwaas! Ja jij daar op rij 3. Die mobiel waar je de godganse dag al op zit te loeren in de hoop dat je minnaar appt, omdat je zo’n onooglijk en oninteressante, saaie kerel naast je hebt zitten, die mag je nu uitzetten. Zet je hem toch aan, zijn wij helaas genoodzaakt de volgspot die we normaal op het podium richten, recht op jouw porum te zetten zodat iedereen ziet wat voor doos je bent. En voor de kerel op rij 5 Balkon E. Laat die chips liggen. Ik herhaal laat die chips liggen. Je hebt genoeg vetreserves om je middel hangen om straks die hele uitgehongerde barricade studenten mee te voederen. Mevrouw links achterin. Praten is niet gewenst, want er komt zelden iets zinnigs uit je mond, zingen kan je niet, anders had je hier zelf wel op het podium gestaan, dus hou je muil. Misérables is uw lot. Daar heeft u zelf voor gekozen en geld betaald om hier te kunnen zijn. Zit u hier niet vrijwillig, onder dwang? Moest u mee? Kijk en leer! Jean Valjean geeft gratis tips hoe deze situatie te ontvluchten! Wij wensen u een hele fijne voorstelling!

P.S. Kan iemand uitleggen waarom Milan van Waardenburg geen musical award heeft gewonnen? Kunnen we daar op zijn minst kamer vragen over stellen? Ik vraag dat voor een vriendin! 😉


2 gedachten over “Blog 14 Les Misérables”

  1. Wat een ware woorden! Het lijkt wel of theater hetzelfde is als NETFLIX kijken op de bank. Ik erger me in de bioscoop al groen en geel aan alle schermpjes, het gelul en gekraak tijdens de film én de zooi die mensen achter laten.
    Theaters moeten duidelijk zijn: GEEN VREETWAAR/ DRANK de zaal in, GEEN MOBIEL. Wordt deze gesignaleerd, dan wordt u uit de zaal verwijderd! Heldere boodschap toch!?
    DURF DUIDELIJK TE ZIJN THEATERS!! Publiek? Fijn om te hebben, maar daarom hoef je ze nog niet in alles hun zin te geven.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *