Blog 7 Licor 43

Het is oudjaarsavond. Morgen ben ik jarig. Vandaag is het de 11e van de 11e. Maar ik loop geen polonaise door de kamer. Integendeel. Weinig reden tot feest. Als het een beetje tegenzit, komt er een korte lockdown aan, sluiten de theaters en zijn mijn oud-collega theatermakers wederom de spreekwoordelijke ‘LUL.’ Het maakt me boos. De theaters en makers hebben er alles aan gedaan om op een veilige manier te werken. Ik denk dat de vaccinatiebereidheid in deze beroepsgroep heel hoog ligt, ze laten zich dagelijks testen, ze scannen QR codes en houden zich strak aan de opgelegde regels. Toch dreigen ze morgen weer te worden afgestraft. Als we nu iets nodig hebben, is het wel afleiding, wegdromen in een andere wereld, je laten meevoeren, lachen, gieren, brullen, heel ver weg van de pandemie. Ik wil schreeuwen, ik wil gillen. Maar ik doe het niet, want dan worden de kinderen wakker. Ik heb mijn eigen ‘leed. ’Ik zit in mijn eentje op de bank en staar naar een mand vol wasgoed. Kak was, kak zooi, kak mand. Er komt geen einde aan. Het blijft zich ophopen. Ik heb zo geen zin meer om te vouwen. Geen puf. Ik heb zin om het zo de kast in de gooien, zoals mijn kinderen ook altijd doen. Morgen verjaar ik. Ik moet werken en ’s middags naar de cardioloog met Soof. Controle, niets om je zorgen over te maken, maar toch altijd een tikkeltje spannend en ja, op mijn verjaardag, omdat Soof een maand geleden een afspraak had, maar ook een snotneus. Afspraak keurig gecanceld, dus nu naar het ziekenhuis op mijn verjaardag. Dit alles tot groot verdriet van dochter Julia, die weer heel boos is dat mama haar verjaardag alleen viert met Soof in het ziekenhuis. Alsof het een uitje betreft. De schat. Ik kan me overigens geen beter cadeau bedenken dan te horen dat alles nog steeds prima in orde is. 12 november. Nu nog 42, morgen quarante y tres. Ja, ik weet ook wel dat het drieënveertig is, maar quarante y tres klinkt zo lekker zoet, puur en vol passie. Drieënveertig daarentegen klinkt zo uitgeblust. Als iemand die ’s avonds om 21.00 uur knikkebollend op de bank zit wanneer de kinderen eindelijk op bed liggen. Als iemand die is uitgedijd, maar niet de moeite neemt hier iets aan te doen en zichzelf als troost chips, koek, snoep en ijs gunt. Drieënveertig klinkt als iemand die kleding draagt die lekker zit. Als iemand die wandelschoenen draagt en een bijpassende waterdichte regenjas. Iemand die grijze haren telt en ze met een pincet verwijderd. Iemand die bakken met wasgoed wegwerkt en die tegen de wasmachine praat, alsof het een kind betreft: ‘Ben je nou nog niet klaar, schiet eens op!’ Iemand die voor iedereen kleding koopt, maar zelf met een gat in haar onderbroek loopt. Als iemand die alles voor iedereen netjes vouwt, maar haar eigen kast is een ravage, geen sok te vinden ´s ochtends. Drieënveertig klinkt als iemand die nooit stilzit, maar altijd rent en vliegt en dat zelf ook steeds benoemt: ‘Ik krijg hier nooit eens de tijd om even stil te zitten, ik ren me rot!’ Iemand die vaak hardop tegen zichzelf loopt te praten, ook in het openbaar, op de fiets, of op haar werk. Quarante y tres klinkt jong, wild, groots en meeslepend. Als een vrouw die haar haar los gooit, niet alleen om de klitten eruit te kammen omdat ze al dagen dezelfde knot draagt, maar om echt los te gaan. Dansend bij een ondergaande zon in zo’n Spaanse jurk, met castagnetten, met knalrode lippen en een zongebruinde huid, met haar voeten in de branding. Morgen verjaar ik. Mijn laatste avond 42. 7×6 De tijd vliegt. Wat een jaar. Maar we komen er wel. Knikkebollend op de bank en dansend met de meisjes in de branding. Het kan allebei. Ik weet nooit wat ik wil hebben…maar nu wel. Doe mij maar een grote fles, Quarante y tres, licor 43. (Lekker tijdens de persco morgenavond!) ‘Proost!’Ik bedoel natuurlijk: ‘Salud!’

2 gedachten over “Blog 7 Licor 43”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *