Blog 6 Herfstvakantie

Hoera, het is herfstvakantie! Ja, dat klinkt als een feestje, een partijtje waar je naar uitkijkt, maar eentje waar je je niet op moet blindstaren en zeker niet één waar je je al te veel op moet verheugen, want dan valt het allemaal alleen maar tegen. Want een feestje dat zou het ook zeker kunnen zijn, het had ook alle potentie, zeker als je het woord HERFST van VAKANTIE af zou knippen, want bij het thema HERFST, daar zit het probleem. HERFST staat voor mij toch altijd voor een hoop ellende. Bij het eerste vallen van de bladeren, de eerste zucht wind en de dalende temperatuur zouden bij mij alle alarmbellen af moeten gaan. Trouwens ook vaak bij het thema KERST en VAKANTIE, maar daar kom ik ongetwijfeld in een latere blog op terug. Thema HERFST geeft vaak problemen. Dat weet ik en toch komt het steeds weer als verrassing, leefde ik in totale ontkenning en stopte ik mijn hoofd diep in het nog nazomerse zand. Tevens maakte ik de grote fout me te gaan verheugen op allerlei leuke uitjes die wij als gezin kunnen gaan ondernemen en zoals ik al zei, je kunt je beter maar niet al te veel verheugen, want dan loop je het risico teleurgesteld te raken. Want hoe leuk het thema HERFST ook klinkt, het eindeloos wandelen in de bossen, herfsttafel materiaal verzamelen, appeltaarten bakken, dagjes uit, in de praktijk komt het toch vaak neer op klote weer en zieke kinderen. Dat klote weer, dat leek eigenlijk nog wel mee te vallen en met nieuwe museumkaarten in de aanslag zouden wij heus een heel eind gekomen zijn met de leuke uitjes. Het lag niet aan het weer. Het lag niet aan de ideeën en de organisatie. Het waren de zieke kinderen die ik niet zag aankomen. Terwijl het niet te missen was. Het begon eigenlijk al in de week voor de vakantie te rommelen. Merel werd ziek. Zoals zo vaak in de het afgelopen jaar. Peuterschool, snottebellen, verkoudheid, koorts en ze klonk alsof ze 10 pakjes shag had gerookt. Hoesten en proesten deed ze. In mijn naïviteit deed ik nog verwoede pogingen ‘In je ellenboog! te roepen, maar daar had onze kleine eigenwijze peuter natuurlijk helemaal geen boodschap aan. Ze blafte vrolijk alle kanten op, tot grote ergernis van haar oudere zussen, die ‘spontaan’ niet meer naast Merel wilden zitten. De R zit in de maand. Ik zag de ‘Brutelaars’ (*Jochem Myer – De Gorgels, echt een aanrader voor ouders met regelmatig zieke kinderen) met een heel leger binnen marcheren en ze waren niet van plan om weg te gaan, sterker nog, ze waren hier om zich te verspreiden, over niet één, niet twee, nee, over alle drie de kinderen. Vrijdagochtend ging ik in mijn eentje naar school. Thuis was Pieterburen. Hoera de  vakantie was begonnen! Vrijdagavond ging ik als ware ik Zuster Clivia, in de weer met alles waar ‘Oma ook raadt mee weet.’ Drie kontjes temperaturen, alle drie koorts, dus drie zetpilletjes. Nu moest ik goed onthouden welk kontje al een zetpilletje had gekregen, want anders zou ik er straks nog twee in één stoppen. Slaapt er eentje wel gegarandeerd rustig! 🙂 Ik versnipperde ui op drie bordjes, smeerde Luuf op de aangedane borstjes, sprayde er lustig op los met de zoutoplossing, serveerde lepels honing en warme kamillethee en dacht met weemoed terug aan mijn jeugd, mijn moeder en mijn oma, die deze rituelen ook zo vaak hebben uitgevoerd op mij. Mijn oma smeerde naast dampoo op de borst, ook een keer dampoo op ons voorhoofd, wat dan een iets minder groot succes was. ‘Dat is goed voor je’ zei ze. ‘Dan zweet je het lekker uit.’ Zweten ging je er wel van, maar dat liep in je ogen wat bepaald niet lekker was. Die goeie ouwe tijd! Maar terug naar het hier en nu. We leven middenin een Covid-19 pandemie, de volgende dag toch maar even testen. Negatief. De eerste herfstgriep dus. Ze voelden zich ook nauwelijks ziek. Ze waren weliswaar snipverkouden en hoesten, maar overdag hadden ze geen koorts. Een frisse wandeling in de duinen ’s middags hielp, even de snotneuzen in de wind. Maar ’s avonds bleek iedereen weer koorts te hebben. ‘Kakkerdekak!’ Zeg maar dag tegen pretparken, musea, theater, bioscoop en restaurants. Dit zou weer eindeloos, strijken over kralen, knutselen met glitter (horror), verven, kleien, legobouwen en verplicht binnenblijven worden. Ik voelde langzaam maar zeker de moed in de schoenen zakken. Het overviel me, terwijl het niets nieuws is. Dit is de afgelopen jaren niet anders geweest. Zeg je herfstvakantie, zeg je ziek. Keer drie. Ik heb ook altijd het gevoel dat wij als eerste aan de beurt zijn als de virussen weer worden uitgedeeld. Ik heb het idee dat ons kleine Mereltje vooraan staat in de rij en continue wordt aangevallen en niet bestand is tegen zoveel bruut(elaars) geweld. Zij is ons wandelende ziektekiempje en bij haar start steeds opnieuw de ellende. Dat was natuurlijk bij die andere twee op die leeftijd precies hetzelfde, maar nu wordt Merel door de anderen als “dader” aangewezen. ‘Door Merel kunnen wij nu niet naar een pretpark’ klinkt het dan door de oudste twee zussen. Als ze haar weg konden stemmen, zouden ze het direct doen. De schatjes. Arme Merel heeft al aardig wat moeten stellen met het vechten tegen virussen en zussen. Zo was ze 8 maanden oud toen ze werd opgenomen met een verdenking op kinkhoest, wat later het RS-virus bleek. Ze heeft al menig Pseudokroep aanval doorstaan en haar luchtwegen worden regelmatig op de proef gesteld door een virus of infectie. Een troost, ze bouwt lekker weerstand op, ook tegen haar zussen. Zaterdagavond doe ik weer het hele zuster ritueel in de herhaling. Zondagochtend was iedereen weer koortsvrij. Ze blaften nog, maar beten gelukkig niet, integendeel. De meisjes hadden beneden een PLANBORT gemaakt. (de t heb ik niet gecorrigeerd, zo leuk voor later) Ze hadden behoefte aan taken! Een schema. Heb je eindelijk vakantie, hoef je even niks, maken ze een schema! IJverig waren ze, want ze moesten en zouden mama helpen. Ze wilden scoren op de volgende onderdelen: Bed opmaken, tandenpoetsen, aankleden, vaatwasser leeghalen, tafeldekken, naar school (het is vakantie) en ik was zelf heel benieuwd naar het onderdeel: vrijen tijd. Vrijen tijd stond gepland tussen het middageten en avondeten. Zelf vond ik dat een bijzondere planning. 😊 Maar deze zondagmorgen waren ze fanatiek van start gegaan, ze hadden bijna alle onderdelen met succes afgevinkt. De rest van de week, mocht mama helaas weer aan de bak en bleef op aankleden, tandenpoetsen en tafeldekken de rest van het zogenaamde planbord terecht leeg. We zouden het namelijk bijna vergeten door al het gedoe, maar was en is tenslotte nog steeds vakantie. We knutselden wat af, we bakten, speelden spelletjes en gingen naar buiten. Even het Leeuwenhorstbos in, op zoek naar herfstmaterialen, voor een herfsttafel. Maandag was iedereen koortsvrij en waren de zetpillen op. Goeie timing. Dinsdag gingen wij een dagje uit. Het was een feestje. Ik zat in een kano, ik stond op een vlot in de regen, zag in een arena volwassen mannen als Romeinen vechten en ik had voor het eerst van mijn leven een echte regenjas aan en mijn wandelschoenen en ik ging er vrijwillig mee op de foto. De herfst deed deze week zijn intrede in mijn huis. De herfst liet zich zien in de snotneuzen van mijn kinderen, of moet ik zeggen, in de blafhoest van mijn zeehondjes? De herfst is begonnen in mijn voortuin waar de bladeren van de gehele buurt zich verzamelen. De herfst is begonnen en de vakantie ook, al is papa weer aan het werk. De herfst zit mijn lijf, want nu is iedereen opgeknapt en ben ik verkouden, maar heb ik geen koorts en geen Corona. De herfst zit in mijn hoofd… Het is nat, het stormt, het is donker, ik mis de zon en een herfstdip ligt op de loer. De herfst is begonnen, de vakantie ook. Koekjes bakken is leuk, het weer is kak, maar binnen is het warm en licht en goed.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *