
Hoe overeind te blijven in een harde wereld? Hoe hou je je staande in een situatie die uitzichtloos is? Hoe hou je hoop? Hoe blijf je geloven dat het goed komt, terwijl alle deuren steeds weer voor je neus dichtvallen? Hoe hou je je hoofd boven water als zelfs de Gemeente Noordwijk, jou en je kinderen die al een tijdje in het te koude water liggen te spartelen, happend naar adem, op zoek naar redding, je stelselmatig verder kopje onder duwt, terwijl het land al in zicht was?
Dat zal ik je zeggen. Niet. Maar ik moet wel. Ik heb geen keuze. Ik heb drie dochters die mij hard nodig hebben. Die liefde, aandacht en warmte verdienen. Ik werd twee weken geleden knock-out geslagen door de ambtenaar van Volkshuisvesting van de Gemeente Noordwijk, die een potje ouderwets gaslighten niet schuwde toen ik mijn grenzen aangaf. Dus ik lag daar, bloedend, ik hoorde iemand tot 10 tellen (ik denk dat ik het zelf was) krabbelde op, begon driftig mijn wonden te likken, huilend, snikkend, beetje ijs op de blauwe plekken, pleisters, en door, want je kop laten hangen, dat nooit.
In november schreef ik een noodkreet aan de burgemeester. De schaamte voorbij vertelde ik mijn verhaal. Hoe ik in deze situatie was beland. Mijn oneindige zoektocht naar een woning in Noordwijk. Vijf keer verhuizen. Van vakantiehuisje naar vakantiehuisje. Over mijn scheiding en onze drie meisjes. De ongecensureerde versie. Dat wat zich achter de voordeur, in de coulissen afspeelde en nog speelt. Dat wat ik nog steeds nauwelijks kan bevatten, maar wel mijn leven is. Dat wat buiten het zicht van iedereen gebeurt, maar diepe sporen heeft nagelaten, bij mij, bij onze kinderen en mijn familie. En nog steeds sporen trekt. Het is pijnlijk. En ik sta met mijn rug tegen de muur. Ik kan er niets mee. Het enige wat ik kan is het een plek proberen te geven. Accepteren. Loslaten, negeren en hulp zoeken voor mezelf en voor de kinderen. Ik investeerde in een fantastisch hulptraject voor mezelf om los te komen en een traject voor de meiden die ik uiteindelijk ook zelf bekostig. Daar waar je tegen gewerkt wordt, de regie terugpakken. Want na allerlei noodkreten, de kinderen een jaar lang op een wachtlijst, bleef hulp van Voorieder1 uit en toen het er eenmaal was, was het zo beperkt, zo ingewikkeld, moeizaam en was vooral de POH ondersteuner degene die mijn situatie doorvoelde en snapte en in actie kwam en was mijn vertrouwen in ondersteuning vanuit Voorieder1 gezakt naar het nulpunt. Zonder al teveel in detail te treden, maar er was onvoldoende kennis rondom het thema waar ik mee heb te dealen, waardoor ik nog meer in de problemen kwam en mijn vertrouwen was al niet groot, mede doordat de maatschappelijk werker die mij drie keer op gesprek had gehad, nooit meer iets van zich heeft laten horen in een periode van radeloosheid en als een mantra herhaalde: ‘Ik kan niets voor je doen’ in plaats van advies te geven, welke paden dan te bewandelen.
De burgmeester nam geen tijd om mij te woord te staan, zoals ik had verzocht, maar stuurde mijn persoonlijke verhaal, zonder mij alvorens te raadplegen door naar Volkshuisvesting. Vond ik moeilijk, maar daar nam eindelijk iemand mijn verhaal serieus. Ik noem haar voor het gemak even ambtenaar M. Een prettig gesprek volgde. Er moest hulp komen. Losse eindjes werden aan elkaar gebonden en er volgde een gesprek met Stichting Binnenvest, dak- en thuislozen opvang. Een intake van twee uur en tranen van ambtenaar M om mijn situatie (wat vrij ongemakkelijk was) verder, kreeg ik hoop. Er werd na een aantal weken uitgesproken dat het in onze situatie inderdaad van groot belang was en is om rust en veiligheid te creëren. Ik zou hulp moeten krijgen van de Gemeente Noordwijk bij het zoeken van een vrije vestigingswoning/middenkader woning.
Op donderdag 16 januari werd ik gebeld met fantastisch nieuws. Ambtenaar M: ‘We hebben een geschikte woning voor je gevonden, ik denk dat dit heel passend is en een kans voor jullie! Je kunt een afspraak gaan maken met STEK om de woning te bekijken.’ Ik barste in tranen uit, maar voelde vanaf seconde 1 geen opluchting en al vrij snel werd duidelijk waarom. Het pand naast het huis wat ik aangeboden kreeg, bleek bewoond door een drugsverslaafde en de woning die ik had aangeboden gekregen stond om die reden ook al een jaar leeg. Niet mogelijk om te verhuren onder deze omstandigheden. Ambtenaar M had hier met geen woord over gerept. De mevrouw in kwestie (ook in een benarde situatie en waarschijnlijk ook zonder toereikende hulpverlening, wat op zich al heel treurig is) had een andere woning aangeboden gekregen, maar wanneer zij zou vertrekken was onduidelijk.’ Ik heb een weekendje research gedaan in de buurt, op advies van ambtenaar M, met wie ik direct weer contact zocht. Daar kwamen geen fijne berichten uit naar voren. STEK hield overigens vol dat het al een half jaar rustig was. Verhalen en zelfs camerabeelden van een buurtbewoner die aangrenzend aan de betreffende straat woont, logen er niet om. Veel onrust in de wijk. Ook het afgelopen half jaar. Dealers voor de deur, inbrekers die met tassen vol spullen wegrenden, politie achtervolging, en dit alles, in de week dat ik het huis aangeboden kreeg. In niets kreeg ik een prettig gevoel. Een nieuwe start. Investeren in een huis. Ik heb niets. Alles achterlaten. Geen inboedel, spullen. Een te groot financieel risico, je kunt het maar een keer uitgeven en dan aan een huis waar je geen goed gevoel bij hebt.
Waar ambtenaar M eerder heel welwillend was en ieder telefoongesprek begripvol en ’s middags nog had aangegeven mijn verhaal terug te koppelen aangezien de burgemeester “Veiligheid” in haar portefeuille heeft, sloeg ze later die middag en zei: ‘Dit is het en anders niets.’ Vervolgens gaf ik haar in het telefoongesprek aan de woning niet aan te kunnen nemen, aangezien STEK mij ook niet kan garanderen wanneer en of ze wel vertrekt, ze dit ook niet wilden vastleggen, het ons niet de rust, veiligheid en stabiliteit waar wij als gezin, in onze situatie zo’n behoefte aan hebben. Ik sprak ook uit dat ik helemaal niet snapte waarom de Gemeente Noordwijk mij dit aanbood, ondanks kennis van mijn voorgeschiedenis. Toen barstte de bom. Ik was ondankbaar, een zwart-wit denker, ik wist helemaal niet hoe de situatie zou ontwikkelen, dus oordeelde zonder gegronde reden. Deze drugsverslaafde vertrekt, dat wist ze zeker. Niemand wilde mijn dossier aannemen, maar zij had haar nek uitgestoken voor mij en kreeg nu stank voor dank. Ik raakte in paniek en ging mezelf verdedigen, gaf aan dat ik juist heel graag de woning wilde, maar niet in deze condities, omdat dat geen veiligheid zou bieden voor de meiden en ik stelde haar de vraag of zij daar met haar dochter zou gaan wonen, willens en wetens? ‘Ja, Olga, dat zou ik doen, omdat ik niets anders zou hebben en dankbaar zou zijn als iemand zoiets voor mij zou regelen. Buiten dat hebben de kinderen een prachtige woning bij hun vader en kunnen ze daar prima heen.’ Ze zei nog iets en stak me hiermee willens en wetens een dolk in mijn rug, Ik brak…als een twijgje. Ik heb als een mantra herhaald dat ik bijna niet geloofde dat dit werkelijk gebeurde. ‘Ik weet niet wat me overkomt.’ Herhaalde ik tot in den treure. Haar laatste woorden waren: ‘Ik trek mijn handen van je af en doe helemaal niets meer voor je.’ Ze hing op. Ik deed later nog een tweede sneue poging, waarin ik mezelf verlaagde tot smeken, verdedigen en overtuigen, maar ambtenaar M was niet meer voor rede vatbaar.
Ik liet de emoties wat dalen en een dag later raapte ik mezelf bij elkaar en schreef ik een tweede noodkreet gericht aan de burgemeester, met hierin het bovenstaande relaas. Op 24 januari moest ik definitief een besluit nemen over de woning en schreef ik een derde brief, ondertekend door de betrokken hulpverleners, waarin ik officieel aangaf dat ik het huis niet zou aannemen onder deze omstandigheden, omdat dit niet wenselijk is voor de kinderen. Deze brief was ook geadresseerd aan de manager van Stek. Het bleef bijna 14 dagen stil, op een mail van de secretaresse van de burgemeester na, die aangaf dat de burgemeester geen tijd had en de mail doorgestuurd was naar, jawel, volkshuisvesting, ambtenaar M. Veertien dagen later kreeg ik namens de burgemeester een reactie. Een brief met datum 31 januari, maar door ambtenaar M verstuurd op 6 februari, waarin er zoveel onwaarheden werden verkondigd en wat schetste mijn verbazing, ondertekend door de persoon waar ik een klacht over in had gediend, jawel, ambtenaar M. Over onveilig gesproken. Korte samenvatting: Case Closed.
Wij wensen jou en je gezin veel geluk voor de toekomst toe! Vriendelijke groet, Ambtenaar M.
Dit is nog maar het topje van de ijsberg, mijn dossier is nog veel uitgebreider en er zijn in de afgelopen anderhalf jaar door de Gemeente Noordwijk zoveel fouten gemaakt. Het is een waar schandaal aan het worden. En het gaat niet alleen over mij. Er zijn er zoveel die in deze situatie zitten. Vind je het gek dat mensen aan de drugs gaan, of alcohol? Enig idee hoe het is om zo met je rug tegen de muur te staan? Maar ik weiger die kant op te gaan. Het gaat niet gebeuren. Al moet ik hemel en aarde bewegen. Dit mijn leven. Het gaat over mijn toekomst. Een veilig huis is basisbehoefte nummer 1. Ik wil bouwen, maar de fucking fundering ontbreekt. Ik ben zo langzamerhand radeloos. En dan is daar een lichtpunt. Je voelt je serieus genomen, gehoord. Je vertelt en deelt, de schaamte voorbij. Je stelt je kwetsbaar op. Je denkt hulp te krijgen, Dan komen ze met een optie die onbegrijpelijk is, gezien de situatie waar ik al uitkom, maar ze doen het voorkomen of het een buitenkansje is, een lot uit de loterij. Een moeder met drie kinderen wederom, willens en wetens in een onveilige situatie onderbrengen en als diezelfde moeder haar grens aangeeft, omdat ze haar kinderen wil beschermen tegen nog meer leed, laat je haar vallen. Praat je op haar in en gebruik je dat wat zij in vertrouwen heeft verteld, als slaghout, een stok om mee te slaan en ga je over alle haar grenzen heen.
Ik zal nooit begrijpen hoe mensen je zo kunnen behandelen, maar ze komen er mee weg. Het bizarre is ik heb er non-stop mee te maken. Mensen die niet in staat zijn zich in te leven in de ander. Empathie is ver te zoeken. Ikke, ikke. Jij kwetst mij, dan haal ik uit, komt de gekrenkte peuter naar boven. Aan mij de eervolle taak om te begrenzen. Tot hier en niet verder. Mijn eigen pad te bewandelen. Weg te gaan uit die toxische situatie. Niet meer afhankelijk te zijn van de ander. Dat is een keuze. Ik ben weggegaan en wat voelt die keuze goed. Nog steeds. Ondanks alle shit waar ik nu inzit, alles is beter en het kan alleen maar nog beter worden. Erger wordt het niet. Het kooitje open en vliegen maar.
Kom je los, zit je wederom vast. In een ander systeem. Niet genoeg eigen vermogen hebben om te kunnen kopen, ik kan amper lenen door mijn salaris en huren dus ook niet, terwijl ik het makkelijk kan betalen, maar er wordt naar mijn loonstrook gekeken, mijn eigen vermogen wordt niet meegerekend. Ik krijg geen urgentie. Ik sta te kort ingeschreven voor sociaal. Ik mag niet reageren op vrije vestiging, ondanks mijn eigen vermogen, ook niet op middenkader, want ik verdien te weinig. Ik wil particulier huren, maar de huurprijzen zijn zo schrikbarend hoog, dat is een jaar, hooguit twee jaar vol te houden, financieel gezien. Ik ben afhankelijk van hulp vanuit de Gemeente Noordwijk en zij trekken hun handen van me af. Ik kan en mag niet omvallen, ik wil overeind blijven. Om het meisje wat ’s avonds huilend in bed ligt, bang is, niet kan slapen te kunnen troosten. Om te kunnen zeggen: ‘Het komt goed, lieverd. Ik blijf erin geloven. Als we er allemaal in geloven komt het goed!’ Om die arm te kunnen bieden. Veiligheid. Een luisterend oor. Er gewoon te zijn. Ik wil niet meer vechten, strijden, knokken. Wij zijn er zo klaar mee! We zijn op!
Je duwt iemand die al aan de klif hangt, er willens en wetens van af. Wrikt haar handen los, waardoor ze mogelijk een vrije val maakt, met drie kinderen die aan haar hangen. Want ik heb nog steeds niets. Sta met lege handen en zeer binnenkort op straat. Maar ik ben een keer heel diep weggezakt, mezelf kwijtgeraakt, maar dat gaat nooit meer gebeuren. Ik laat me niet kapot maken. Ik wil bouwen!