Blog 31 Metaaldetector

We zijn verhuisd. Het is ons weer gelukt. Mijn “Nomade kindjes” en ik. Voor mij was dit de vierde verhuizing in een jaar tijd en dan reken ik de eerste twee maanden bij een vriendin bivakkeren niet mee, want dan tik ik de vijf aan. Voor de meiden is dit de derde verhuizing.

We hebben in twee dagen tijd alles ingepakt en vervolgens versleept en alles ook weer uitgepakt. En wat waren ze blij, die kanjers van mij. Een nieuw (tijdelijk) huis, met een nieuwe slaapkamer. Net iets groter dan de vorige. Ik bracht direct maar een changement aan in de kamerindeling, aangezien ik bemerkte dat mijn puberdochter niet echt lekker ging op slapen met haar jongere zusje op een kamer en erg behoefte heeft aan een “eigen plekje” die ik haar helaas, in dit huis ook niet kan bieden. Maar… wel een tweepersoonsbed, waar ik pas ’s avonds veel te laat in kruip en dus voor de rest volledig ter beschikking staat van haar. Waar ze haar eigen spulletjes heeft. Waar ze zich kan terugtrekken, kan leren en lekker kan tutten. Dus de jongste twee bij elkaar op de kamer in een stapelbed en de oudste bij mama in bed. Blije meisjes, blije mama. De jongste is er spontaan zindelijk van geworden! Of misschien toch weer tijdelijk door het cadeau wat ze na een volle stickerkaart binnen harkt? Hoe dan ook ze is zindelijk, voor zolang het duurt.  

We kwamen aan in een schoon huis en een gespreid bedje. Een warm welkom. Heerlijk! Ik pakte op mijn gemak de spulletjes uit, hing de kleding in de kast en maakte het gezellig met bloemetjes in een vaas en kaarsjes, want zonder lichtpuntjes geen hoop. We voelen ons hier thuis. Dat is fijn. Ik leef van dag tot dag, kijk maar niet te ver vooruit. Komt wat komt. Stap voor stap. Ik blijf zoeken naar een permanente oplossing, maar die is er nu gewoon niet.  

Als je niet in deze situatie zit, is het waarschijnlijk moeilijk om je voor te stellen waar je allemaal tegen aan loopt als gescheiden moeder met drie kinderen zonder vaste verblijfplaats. Een scheiding op zichzelf is al heftig en traumatisch. Het is een rouwproces met pieken en dalen en vooral een duur proces als het allemaal niet soepeltjes verloopt. Maar het kon niet anders. Daar mag iedereen wat van vinden, maar het is mijn weg. Ik heb gevochten en gestreden, maar was mezelf in die strijd totaal kwijtgeraakt en het goede nieuws is: ‘Lieve mensen, ik heb haar weer teruggevonden! Mezelf! En wat is ze leuk, als ze zo zichzelf is!’ Tuurlijk heeft ze wat rafelranden, wat barsten en scheuren, maar met een beetje secondelijm kan ze nog best een tweede ronde mee. Wat rimpels en oneffenheden, wat grijze haren rijker van alle kopzorgen, die met een pincet overigens niet meer weg te werken zijn. Wat lekkage als ze te hard lacht om haar eigen grappen, of trampoline springt. Ze kan drie dagen niet lopen na een radslag (die ze spontaan in de hal van de gymzaal voor groep 3 doet, de uitslover en waarbij haar armen spontaan ook in de spagaat gingen door de te gladde vloer…iets met eigen schuld).  Heeft ze diep donkere wallen van slapeloze nachten, pijn in haar buik (soms van het lachen) maar meestal van het corrigerend ondergoed om haar rollen in bedwang te houden en heeft ze nog altijd die bewerkelijke rug (wat overigens ook kan komen door 4 x in een jaar tijd te verhuizen) en een driedubbele onderkin, maar afgezien van dat alles, wat ze dapper probeert te accepteren, is ze, tevreden en zo goed als gelukkig.

 Zo goed als… Het enige wat ontbreekt is een huis. En niet voor even…maar liefst voor een jaar of zeven. Kijk, zo’n nomadebestaan blijkt mij nog best wel te liggen. Ik kan er vrij goed mee omgaan, wat op zich best wonderlijk is voor iemand die vroeger al in paniek raakte van een nachtje logeren. Maar het spookt in hun hoofdjes en dat vind ik onverteerbaar. Waar ik hoop houd, proef ik hun angst. Het geeft zoveel onrust, niet weten waar je over een paar maanden naar toe moet. Dus ik zet alles in werking, boor ieder netwerk aan. Reageer, mail, bel, schrijf, blog, jammer, klaag (steen en been) deel, maar niets werkt. Ik word tegengewerkt. Dat wel. Ik ben gestopt met mijn werk als theatermaker, omdat er door Corona nauwelijks werk was, maar ook doordat ik het vreselijk vond om altijd met mezelf te lopen leuren. Leuren om werk. Leuren om geld. Nu doe ik niet anders, ik ben er eerlijk gezegd best goed in (al werpt het nog niet echt zijn vruchten af) en ik blijf mijn grenzen maar verleggen. Het heeft ons gebracht waar we nu staan, dat wel. Ik heb zo’n beetje mijn hele omgeving in paraatheid gebracht. Ik heb zelfs, in pure wanhoop de kerk om hulp gevraagd.  Het is niet voor ons weggelegd. Ze betreuren mijn situatie, maar de deur blijft dicht. Het deed me denken aan een bekend verhaal. Maria die zoude naar Bethlehem gaan. Wellicht volgende week toch nog een keer proberen en dan rijdend op een ezel aanbellen, maar dan moet ik, vrees ik ook eerlijk zijn en uitleggen dat Jozef toch niet helemaal de man voor mij was, dat ligt wellicht wat gevoelig. Scheiden is lijden.  

Ondertussen worden woningen voor schandalige prijzen verhuurd en zijn er altijd expats die 2000 tot 2500 euro exclusief per maand voor een simpel rijtjeshuis of 2 kamer appartement willen neertellen. Ook dat kan ik heus in het allerergste geval gaan doen, maar ik kom nergens tussen, of ik moet 4x mijn maandsalaris verdienen. De staatloterij winnen geeft wellicht meer kans. Of misschien toch een metaaldetector aanschaffen en goud gaan zoeken?

Daarbij komt dat ik al maanden roep om hulp, maar er gebeurt niets.  Ik hoor alleen maar ‘Sorry wij kunnen niets doen…’ Ondertussen poppen de villawijken in Noordwijk Kuuroord als paddenstoelen uit de grond. Voor wie? Ik denk voor hippe Amsterdammers en hun Tesla. Die huisvesten ze hier liever, dan een lokaal juffie en “Noortuks theatermakertje” met drie kinderen.     

De gemeente Noordwijk doet niets, behalve wegkijken, elkaar tegenspreken en mijn proces nog veel zwaarder maken dan nodig. Regel je bij Pietje een briefadres, zegt Klaasje vervolgens drie maanden later dat dat niet kan. Met alle gevolgen voor de toeslagen waarvan ik afhankelijk ben. Vervolgens zeg Hansje van de gemeente Noordwijk dat je je in moet schrijven op een vakantiepark, terwijl dezelfde gemeente Noordwijk juist heeft verteld dat dat echt absoluut niet mag en overtuigt Truusje, je toch dat je dat wel moet doen. Vervolgens komen alle belangrijke brieven van belastingdienst, ziekenhuizen, advocaten etc. in een open brievenkast terecht in een vakantiepark, waar iedereen in- en uit loopt. Je accepteert het en laat het los, hoe moeilijk ook. Vervolgens bel je de gemeente Noordwijk na een paar maanden op, dat je weer moet verhuizen, maar dat inschrijving op het nieuwe adres onmogelijk is. Dan blijven ze bij hun standpunt, dat er geen andere optie is, waarna je uiteindelijk vertelt hoe je vastloopt, hoe je al maanden bezig bent en van huis naar huis zwerft. Dat ze zeggen: ‘Wat een vreselijke situatie, wat erg dat u dit moet doorstaan!’ Waarop ik zeg: ‘Maar jullie doen niets. Jullie laten ons barsten.’ Waarna het stil wordt. Waarna zij zegt: ‘Olga Passchier, die naam komt me bekent voor.’ (Ik stond die week als spoedzoeker in het Leidsch Dagblad met nog vier andere schrijnende gevallen). Dat vond ik echt een spannende stap, maar ik zag geen andere uitkomst. Dat je vervolgens de ogen uit je kop huilt omdat je door de bureaucratie de bomen en het hele bos niet meer ziet en vervolgens draaien ze toch alles weer terug en maken ze toch “een uitzondering” en moet je alle instanties weer gaan verwittigen van je briefadres waar je 7 maanden eerder al mee begonnen was. Waarna je na verloop van tijd weer gezeik krijgt van de SVB over datzelfde briefadres en invloed op je toeslagen en ik wacht op het volgende gedoetje met dezelfde gemeente Noordwijk over de periode van mijn  briefadres, die natuurlijk veel langer duurt dan daadwerkelijk toegestaan, omdat ik geen vaste verblijfplaats heb en in de verste verte geen zicht op iets anders. En dan begint het hele circus weer van voren af aan. Daarnaast heb ik heb om hulp gevraagd, geroepen en gesmeekt. Het is er niet. Voor mijn kinderen ook niet. Ze staan oneindig op een wachtlijst. Maanden geleden gebeld. In paniek. “Hellup!” Er is sindsdien niet eens gecheckt hoe het gaat. Ik kan ze vertellen dat het naar omstandigheden heel goed gaat met ons. Dank u wel! Maar mijn dochter zat vanavond verdrietig op de bank. ‘Ik wil zijn zoals andere kinderen, mama.’ Ik vroeg haar wat ze bedoelde. Ze huilde: ‘Ik wil dit niet meer. Ik wil ergens wonen waar ik kan blijven. Ik vind het hier fijn. Ik kan dit niet. Ik wil dit niet. Ik ben bang dat we straks dakloos zijn.’ Zij brak voor mijn ogen en mijn moederhart brak, voor de zoveelste keer. Ik weer lijmen natuurlijk! ‘Ik wil dit ook niet lieverd. Mama doet er alles aan, hoor je me? Alles!’  En vervolgens, even slikken en weer door. Ik moet sterk zijn. Geen tijd voor zelfmedelijden. Ik moet sterk zijn, voor drie kinderen die over een paar maanden weer moeten verkassen en God weet hoeveel keer hierna nog meer.  

Gelukkig zijn we in het bezit van lieve familie, vrienden, collega’s en kennissen die klaarstaan, anders was ik allang knettergek geworden. Dat is uiteindelijk de enige optie waar je als moeder naar toe gedreven wordt: Optie KNETTERGEK. Dan krijg je overigens wel gelijk urgentie!  Dat dan weer wel! Als je maar lang genoeg wacht met hulpverlenen worden mensen dat vanzelf. Knettergek en ziek. Maar wat er ook gebeurt, al moet ik nog 8 jaar lang eindeloos verhuizen (pas dan kom ik in aanmerking voor een sociale huurwoning). Al word ik in alles tegengewerkt, al moet ik als Maria zonder Jozef en met drie meisjes op een ezel langs de deuren, leurend om een plekje, al moet ik naar de daklozenopvang, de optie KNETTERGEK, slaan we over. Ik pas ervoor. Nee dank u. Mij niet bellen. Geef mijn portie maar aan Fikkie en de hartelijke groeten thuis! Dat laat ik me niet (meer) maken. Al moet ik knokken tot ik erbij neerval, een oplossing komt er en ik ben met geen windkracht 12 omver te blazen. Wij hoeven geen medelijden, we zijn niet zielig, verre van.  We hebben alle potentie om een fantastisch leven te hebben en te leiden. We hebben het fijn samen. We hebben elkaar.  We lachen wat af, ondanks alle shit. We hebben het zwembad van het ene park verruild voor een jeu de boules baan. We zijn flexibel. We zijn vier supersterke vrouwen. Maar we willen dat onze situatie serieus genomen wordt! We willen gezien en gehoord worden!  We willen een huis! Hellup!

P.S. Wie heeft er in de tussentijd een metaaldetector te leen? Ik vraag dit voor een vriend!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *