Blog 38 Spiegelzaal

Een doodgewone donderdagmorgen. Ik word wakker gebeld door mijn dochter. Het is 8:00 uur. Ik ging zoals gewoonlijk weer veel te laat mijn bed in (kan mijn rust nog niet echt vinden) en lag nu dus ook nog in diepe slaap, in mijn nieuwe bed, in mijn nieuwe appartement.  ‘Mam, mag ik even mijn winterjas komen halen?’

Tuurlijk lieverd…ik zie je zo!’

Dat dit kan. Wat een feest.  Ik woon gewoon om de hoek…mijn hart maakt een sprongetje. Als er iets is, kunnen ze nu altijd aan komen waaien. Hoe fijn is dat? Ik verheug me zo op haar komst, want in de woonkamer staat sinds gisterenavond de lang beloofde kaptafel en ik kan niet wachten haar eerste reactie te zien. Ze holt naar binnen…’Hoi hoi, ik moet gauw door!’  ‘Lieverd, niet zo snel, kom even kijken…’ De blijdschap op dat bekkie! Onbetaalbaar! Het maakt mijn dag. Zij vliegt met haar tas op haar rug de deur weer uit. ‘Ik zie je vanavond mam, sorry voor dit.’

‘Sorry, nee helemaal geen sorry, alleen maar fijn Soof! Ik zie je vanavond weer lieverd, dan kletsen we bij!’

Ik hijs mezelf in mijn sportkleding en werk me 30 minuten in het zweet. Sinds een aantal weken start ik zo mijn dagen en ik knap zienderogen op. Goed voor mezelf zorgen. Work in progress, maar getting there. Het vermindert stress en spanning, werkt helend, ik voel me topfit, de kilo’s verdwijnen als sneeuw voor de zon, ik zit beter in mijn vel, ik voel me happy en veel meer in balans. Daarna douchen, ik knap mezelf op en stap op mijn bakfiets, muziek in de oren, wind door mijn haren. Wat heb ik dit gemist en wat kan ik hier intens van genieten. Van zoiets simpels als fietsen naar zee. Onderweg wordt mijn aandacht getrokken naar twee meeuwen op een balkon. Ze zitten vast en doen verwoede pogingen om uit deze benarde situatie te ontkomen. Ik sta erbij en kijk ernaar, besluit het tafereeltje te filmen en hoor mezelf zeggen: ‘Eigen schuld, dikke bult.’

Ik strijk neer bij de Koele en vind eindelijk de tijd om mijn ‘huiswerk’ te maken. Ik volg al maanden een heel bijzonder coaching traject met een groep fantastische powervrouwen die allemaal behoorlijke stormen hebben moeten doorstaan en wel een windbreker konden gebruiken. Een stormvloedkering. Een dijk. Hier telt de kracht van verbinding. We hebben elkaar en elkaars rug. En even voor de duidelijkheid: Het is geen klaagclub, maar een draagclub. Het leert ons vooral kritisch te kijken naar onszelf, onze eigen gedragingen. Accepteren kun je leren. Verbeter de wereld, begin vooral bij jezelf! En juist dat vergt ongekend veel moed, kracht, lef, want niets is moeilijker dan dat. We zijn inmiddels in de laatste module beland. Save the best for last moet onze coach hebben gedacht. Ik bevind me in een spiegelzaal. Vluchten kan niet meer. Het is overal. Ik hoef ook niet te vluchten, al denkt mijn hoofd en lijf daar nog regelmatig anders over. Het hoeft niet. Ik kijk het aan. Om kort te zijn, het komt erop neer dat waar je mee omgaat je mee wordt besmet. Dat weet je, maar zo concreet als ik het nu opgediend krijg, zeker niet. In dit geval gaat het over gezonde communicatie. Duidelijk zeggen wat je wil. ‘Nee’ oefenen, want als je niet in staat bent om ‘Nee’ te zeggen, is je ‘Ja’ ook veel minder waard. Als je ‘Nee’ leert zeggen, weten anderen wat ze aan je hebben. Ik kom erachter dat ‘Nee’ nauwelijks in mijn vocabulaire voorkomt. Dat ik me in veel situaties aanpas om te kunnen functioneren. Dat ik mijn grenzen verleg en niet duidelijk aangeef. Dat ik vaak subtiele hints geef, in plaats van helder en duidelijke aan te geven wat mijn behoefte is.  Ook dat heet manipulatie. Jezus wat irritant dit. Ik moet mijn hand in eigen boezem steken. Eigen schuld dikke bult, toch? ‘Ja Ol. Niet oké!’  Toxisch gedrag. Gatverdamme. Leuk hoor aan jezelf werken, maar soms ook zo kut. Alsof je in een lachspiegel kijkt, maar het lachen je spontaan vergaat. Maar…ik heb in dezelfde cursus ook geleerd om met zachtheid naar mezelf te leren kijken. Niet te streng zijn. Het is nooit te laat om te leren en ik ben er druk mee. Gisteren bijvoorbeeld. Ik stond in de rij in een winkel. Ik leg mijn spullen op de band en de meneer achter de kassa vraagt me: “Heeft u verder nog iets?’

Ik: ‘Nee, ik heb verder niets!’

De oudere meneer die voor mij aan de beurt was, draaide zich om, bekeek mij van top tot teen en vond het nodig om net iets te hard te zeggen: ‘Jij hebt toch zeker wel een vent?’

Mijn oude ik zou deze meneer zeer professioneel hebben genegeerd.  Grijze steen. Twee vingers in mijn oren. Ik hoor je niet. Ik zie je niet. Mijn nieuwe ik voelde zich echter geroepen om de ongenuanceerde meneer op vriendelijke doch zeer directe wijze en plein publiek en ook net iets te luid, te voorzien van feedback.   

Ik: ‘Nee, ik heb geen vent! Waar heb je tegenwoordig nog een kerel voor nodig? Zo totaal overschat en achterhaald. Ik red me prima alleen. Dank u feestelijk!’ In de lange rij achter mij werd gegniffeld en gefluisterd. Vroeger zou ik ineen zijn gekrompen. Nu niet. Ik groeide, een paar centimeters. Weliswaar nog met mijn hart in mijn keel, maar zeker niet meer klein. De arme meneer voor mij kromp ineen, werd steeds kleiner en reageerde, zoals dit soort mannen met een te groot ego en een nog grotere bek alleen maar kunnen reageren: Als een gekrenkte kleuter, die in het gangpad van de Dirk krijsend op de grond gaat liggen, dreinend, omdat hij zijn zin niet krijgt en terecht wordt gewezen: ‘Oh, nou, eh, sorry hoor…jeetje, ik wist niet dat je kwaad werd!’ Weer gegniffel in de rij achter mij. Ik moest er zelf ook om lachen! Hij droop af, de winkel uit.  

In mijn hoofd kreeg ik een staande ovatie, van de rij achter mij. Van de powervrouwen uit mijn groep. Van mijn coach. Maar vooral van mezelf. Een open doekje, een daverend applaus. In werkelijkheid was het, het daverende gedreun van mijn hart in mijn borst…  

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *