Het waren me de maandjes wel, of nog beter gezegd, het was me het jaartje wel. Zo met kerst in aantocht en het einde van het jaar in zicht is een moment van reflectie, stilstaan, herdenken en in mijn geval, maar liever heel snel vergeten, achter me laten, het beste wat ik kan doen.
Manifesteren kun je leren en ik ben er druk mee, want het kan alleen maar veel beter worden. Ik weet inmiddels heel goed wat ik wil en wat ervoor nodig is om dat te bereiken. Maar kunnen we alsjeblieft met z’n allen even een zonnetje manifesteren? Die donkere dagen, het grauwe, grijze KUT weer (excusez le mot, maar vloeken, het lucht zo ontzettend op) of zoals Rotterdammers zouden zeggen ‘Wat een vuil, vuil, vuil, vuil pleurisweer, wat een tering weer vandaag, wat een vuil vuil vuil, vuil pleurisweer ik zit er mooi mee in mijn maag.’ Nou mijn maag speelt op, want met alle wil van de wereld wil ik met al het gezeik leren omgaan, maar dit is toch gewoon niet te doen? Rotter wordt het niet. Er gaat dag voorbij of het zeikt en zeurt, zelfs vanuit de hemel. Het regent pijpenstelen met als gevolg een kak kapsel en mascara op je kin. Daarnaast, als je haar dan wel een keer goed zit en het bij GODS GRATIE wel een keer droog is, krijg je minstens windkracht 7 om je oren, is je coupe wederom naar de klote. Het is reddeloos. Ik heb me dit jaar vaak afgevraagd: ‘Recht op in de wind, zal ik blijven staan?’ Het antwoord is: ‘JA!’ Maar God alle machtig, het vergt wat flexibiliteit en rek en de rek, die ontbrak, althans een beetje. Die was er, zomaar ineens, zonder overleg (niets is me vreemd) tussenuit gestapt. De rek. Die had er de brui aangegeven. Zoek het allemaal uit, ik (t)rek het niet meer. Het elastiekje was uit gelubberd, de ballon leeggelopen, de koek en al mijn snoep was op (allemaal opgegeten) en het waakvlammetje ging uit. Mijn lijf wilde niet meer en vooral mijn nek en schouders gaven er de brui aan. Ik zat vast.
En dus nam ik rust. Voor zover dat lukte als moeder van drie kinderen in de chaos waarin ik verkeerde, maar het kon niet anders. Ik kreeg verlof, zocht een goede fysiotherapeut en acupuncturist, ging wandelen, mediteren. Ik schreef een bevrijdende brief en gaf terug wat niet van mij was, maar bleef een roepende in de woestijn en zocht wanhopig naar houvast en dus startte ik ondertussen een nieuw coaching traject en ging opnieuw met mezelf aan de slag. Ik liet fijne mensen toe, vroeg om hulp daar waar ik kon (en dat mag ik nog veel meer doen) en liet zoveel mogelijk los wat ik los kon laten en niet dienend voor mij was. Ik keek de gehele trilogie van Bridget Jones en puilde ondertussen uit mijn corrigerende slip door al het ijs, de kruidnoten met karamel zeezout, de handgemaakte Butter Fudge blokken van de Lidl (glutenvrij en een aanrader) en de musketkransjes die overigens nooit de boom haalden, terwijl ik met mijn mondvol “All by myself” probeerde mee te zingen. Ik zong overigens als nooit tevoren en het hielp me de weken door. Ik sliep weer. Kwam tot rust. Maakte het huis gezellig. Kocht de kleinste kerstboom ooit en liet hem versieren door mijn eigen kerstballetjes en lichtjes in de duisternis. Ik brandde kaarsen, want lichtpuntjes kun je niet genoeg hebben. Ik ben weer op weg de vrouw te zijn, die ik kan zijn, de moeder die er is voor haar kinderen, die alles voor ze doet, die het leuk heeft, maar ook grenzen stelt. Die kan en mag genieten (als mij dat gegund wordt) en als me dat niet gegund wordt, jammer dan, dan heb ik mezelf die ruimte te geven. Of zoals Elsa mij vanuit haar ijskristallen, koude kutpaleis zo schitterend toezong: ‘Fuck it all, fuck it all, I don’t give a fuck anymore.’
Ik kwam onder mijn grijze steen vandaan, waar ik me veel te lang verscholen had gehouden. Ik ging weer uit. Ik trakteerde mezelf op een fluwelen pak, nieuwe lingerie, een glittertop, nieuw haar, nieuwe oorbellen. Ollie 2.0. Ik ging uit. Met lichte tegenzin en de nodige weerstand, maar ik deed het wel. Ik sprak weer af met mensen en ik had het leuk. Jezus, dat had ik veel eerder moeten doen. Ik ging de kroeg in. Beetje onwennig, maar na twee wijntjes prima te doen. Ik dompelde me onder in de Nederlandstalige kroegen hits en deed verwoede pogingen mee te zingen, maar (zo is gebleken) daar mag ik nog wel een beetje op door oefenen. En dus maakte ik een nieuwe afspeellijst, waar mijn vader van zou zeggen: ‘Joh Ol, weet je zeker dat het goed met je gaat?’ Vroeg een goede vriend angstvallig of dit ook het nieuwe repertoire tijdens de zanglessen wordt…Ik: ‘Jazeker, komende les zingen wij: “Ze smaakte zoet, zout, zuur, ze smaakte naar de zomer”, ga jij maar vast studeren!’ Inmiddels is mijn Kia Picanto een Nederlandstalige partycar en loop ik met mijn oortjes in de AH van Noordwijkerhout (waar ik al een jaar lang lekker anoniem shop, want daar ken ik niemand en dat is maar beter ook want als je voordringt verander ik in een driekoppig monster, die wel heel knap haar grenzen aan geeft, maar dat terzijde) en krijg je die lach niet van mijn gezicht. Zelfs niet als ik thuiskom en blijkt dat ik van alles heb gekocht, maar een maaltijd voor mezelf ben vergeten en ik dus dan, ter variatie, maar ook vanuit pure schaamte naar de AH in Noordwijk rij, om daar vervolgens een hele gore eenpersoonsmaaltijd te kopen. Mocht ik gewoon weer een ritje in de “Party Picanto” waar ik vervolgens keihard meezong met: “Zin in jou” maar dat gold echt niet voor de maaltijd, want die was niet te vreten. Vervolgens belde ik lang met mijn liefste vriendin in Colombia en ging ik meer dan tevreden mijn bedje in. Dromen over morgen. En nu… De vakantie is gestart. Over een uurtje komen mijn meiden en zijn ze tot en met halverwege tweede kerstdag bij mij. Ik zag best tegen de kerstdagen op. Maar samen is het altijd goed. Ik trek “mijn pakkie an”, borst vooruit, glittertop aan en gewoon gaan. De eerste uitnodiging die je krijgt aannemen stond in mijn Christmas cracker tijdens een early, super lekker en lief kerstdiner vorige week. En dat heb ik gedaan. Ik ben onder de pannen. Kerst met fijne mensen om me heen. Mijn liefste drietal dicht bij me. Tweede kerstdag ben ik niet “All by myself.” Ik ga genieten bij lieve mensen! Natuurlijk ga ik mijn lieve vriendin deze kerst vreselijk missen, maar ze is nooit echt ver weg. ‘Wil je uit? Mij bellen!’ Het kan dan wel zijn dat ik heel knap mijn grenzen aangeef, daar moet je even rekening mee houden! Ik kijk terug en leer, maar kijk vooral vooruit. Focus op mezelf, de meiden en al het moois dat ons nog staat te wachten. Het komt goed! “Want hier kan alles!” Ik laat het zonnestralen regenen en is er een “noodgeval”, dan weet ik nu dat er een “engelbewaarder” bestaat!
Fijne feestdagen lieve mensen! Wees lief voor elkaar! Hou elkaar goed vast…
💖💖💖 mooi geschreven!
Dankjewel Lot! De zon liet zich vandaag ruimschoots zien, over manifesteren gesproken!:)